Potosi en Sucre - Reisverslag uit Sucre, Bolivia van Marian Hooijman - WaarBenJij.nu Potosi en Sucre - Reisverslag uit Sucre, Bolivia van Marian Hooijman - WaarBenJij.nu

Potosi en Sucre

Door: Marian en Mathieu

Blijf op de hoogte en volg Marian

25 Juli 2022 | Bolivia, Sucre

Potosi en Sucre

Meer dan 3 eeuwen geleden was Potosi de op één na grootste stad ter wereld, op Londen na. Bizar gewoon. Nu is het een van de vele steden die we bezoeken. Maar in die tijd was het groots, er was zilver gevonden in de berg Cerro Rico (Rijke Berg, hoe toepasselijk) en dat trok miljoenen mensen aan. Niet alleen vanuit Zuid-Amerika maar vanuit de hele wereld wilde men hier werken in de hoop de grote ader te vinden en rijk te worden.

In de tijd van de Spaanse overheersing waren de zilvermijnen van extreem belang; daardoor konden de oorlogen in o.a. Holland (de tachtigjarige oorlog) en tegen de inheemse bevolkingsgroepen bekostigd worden. De families en steden thuis werden rijkelijk van kostbaarheden voorzien en prachtige barokke kerken en kloosters werden gebouwd worden in Potosi en Bolivia. Zeer waarschijnlijk is ook een groot deel van de ‘Zilvervloot’ die Piet Hein op de Spanjaarden buit maakte, uit Potosi afkomstig.

Ten kosten dus van de oorspronkelijke bevolking en, later ook, van de vele Afrikaners die hier als slaaf naartoe gebracht werden om te werken in of rondom de mijnbouw. Uiteraard hadden deze Afrikaanse slaven geen schijn van kan; ze waren niet opgewassen tegen de hoogte (ruim 4000 meter) en tegen de ijskoude temperaturen. Ze leefden maar kort. In totaal zijn naar schatting 8 miljoen mijnwerkers gestorven in het gehele mijnproces in 3 eeuwen. Onvoorstelbaar, wat een groot aantal.

Ook nu nog zijn de zilvermijnen belangrijk en staat de hele stad in het teken hiervan. Eind 18e, begin 19e eeuw raakten de zilvermijnen uitgeput en werd tin de belangrijkste delfstof. Sindsdien raakte de stad, die op de UNESCO-werelderfgoedlijst staat, ietwat in verval. De rijke geschiedenis van Potosi wordt echter nog steeds weerspiegeld in de smalle straatjes, koloniale herenhuizen en vele kerken.

Wat ons betreft is het werken in de mijnen nog steeds ‘slavenwerk’ ook al zijn de mijnen nu coöperaties geworden en van de werkers zelf. Het is zwaar werk; met dynamiet worden eerst doorgangen geforceerd waarna handmatig, met hamer en bijtel, grote brokken steen klein gehakt worden. Dit op zo’n 300 meter diep in de mijn. Die brokstukken worden vervolgens op een soort van trolley geladen (1500 kilo) die door jonge mannen naar buiten geduwd en ze lopen ongeveer tien kilometer per daar door de mijngangen met hun trolly. Buiten worden waar ze vervolgens nog kleiner gehakt worden en gesorteerd en afgevoerd naar het chemische verwerkingsproces om de gewenste mineralen te scheiden. Wij gaan mee op excursie de zilvermijn in en dat is een hele indrukwekkende en redelijk schokkende ervaring. De werkomstandigheden zijn erbarmelijk. De meeste mijnwerkers die vaak vele dagen achter elkaar in de mijnen werken, sterven op veertigjarige leeftijd aan silicose. De circa 10.000 mijnerkers doen dit omdat er voor hen geen alternatieven zijn.

Mathieu twijfelde sterk of hij wel de mijn in wilde, zeker gezien zijn hartinfarct van een aantal jaar geleden. Maar we zijn toch gegaan en daar zijn we blij om. We hebben echt een indruk gekregen van de werkomstandigheden, die nog steeds zeer zwaar zijn.

Het begint met een bezoek aan de markt om geschenken voor de mijnwerkers te kopen zoals bijvoorbeeld cocabladeren, sigaretten, flessen cola en sinas en zelfs dynamietstaven. Dan onder begeleiding van een vrouwelijke gids de mijn in. Redelijk aan het begin van de mijn bevindt zich een standbeeld van een soort beschermengel ‘El Tio’ (de oom) genaamd, die er meer als een duivel uit ziet. De mijnwerkers offeren aan het beeld omdat zij dan bescherming genieten. Dan verder en dieper de mijn in waar we ook de mijnwerkers tegenkomen. De geschenken zijn voor hen omdat we ze van het werk afhouden.

Niet alleen de mijn zelf is een ervaring, ook de voormalige koninklijke munterij, Casa de la Moneda, wat nu een museum is, vinden we zeer de moeite waard. We horen, zien en lezen over de werkzaamheden rondom de zilververwerking. Het slaan van de munten, de werkprocessen maar ook weer hoe de menselijke arbeid eruitzag. We begrijpen maar nauwelijks hoe de Spanjaarden toch allemaal dit wisten te maken en organiseren. Waar haalden ze de wijsheid van de logistiek en het werkproces vandaan? En het blijft natuurlijk verschrikkelijk om te zien dat de inheemse bevolking en de slaven ook hier zwaar en gevaarlijk werk moesten doen. Tegen hun zin. Wat een nare geschiedenis heeft ook dit land. Geen wonder dat de stad Potosi zo’n beetje de laatste stad van Bolivia en wellicht van heel Zuid-Amerika is die onafhankelijk werd. Er stond voor de Spanjaarden en de Katholieke kerk veel op het spel; de onafhankelijkheidsstrijd heeft circa 16 jaar geduurd. Mathieu maakt een vergelijk met het toenmalige Nederlands Indië waar zijn vader, zijn oom en de broer van zijn moeder en honderden Nederlanders een strijd vochten tegen de inheemse bevolking, die ook in opstand waren gekomen tegen de onderdrukkers. En ook wij als Nederlanders wilden geen afstand doen van de kostbaarheden die we ons met brute kracht en geraffineerde macht hadden toegeëigend.

Sucre, de witte stad van Bolivia, is de volgende stad die we aandoen. Het centrum van Sucre is heel karakteristiek met allemaal prachtige witte koloniale gebouwen. Sinds 1991 is Sucre Unesco Wereld Erfgoed. Strikte regels zorgen er ook voor dat dit zo moet blijven in de toekomst. Elk jaar worden de gebouwen overgeschilderd. Verder is het heerlijk warm; dat is vooral waar wij erg blij mee zijn. We zijn ook niet mee zo hoog, ruim 2800, en dat voelt en ademt toch heel anders dan op hoogte tussen de 3500 en 4500.

We ontmoeten Modeen en Thalia weer, onze reismaatjes vanaf de Boliviaanse grens tot Potosi. Leuk om elkaar weer te ontmoeten en we gaan lekker uit eten ’s middags bij een goed bekend staand restaurant. Heerlijk een vegetarisch 4-gangen.

Wat minder leuk is is dat Mathieu al een paar dagen erge tandpijn heeft. We besluiten een tandarts op te zoeken. Resultaat; hij heeft een grote ontsteking, een abces en die moet eerst kleiner worden voordat er ingegrepen kan worden en de tand eruit gehaald kan worden. Aan de antibiotica en Ibuprofen en vier dagen later terugkomen. Geen probleem om juist in deze stad langer te moeten verblijven. We verkassen wel naar een prachtige Bed en Breakfast, El Jardin de Su Merced, waar ze oa. een schitterende tuin hebben. Lijkt ons wel fijn voor de komende dagen.

Vier dagen later terug maar de tandarts is er niet wegens familieomstandigheden. Een andere tandarts neemt over maar die is gespecialiseerd in wortelkanaalbehandelingen en wil/kan geen tand trekken. We worden ‘overgedaan’ aan weer een andere tandarts die uiteindelijk de tand trekt. We zijn overtuigd van de professionaliteit van deze mensen en wat denken ze goed met ons mee.

We moeten de volgende dag terugkomen voor controle. Nog weer een dag langer in Sucre maar de zon schijnt so What’s the problem? En Mathieu kan toch niet praten die heeft een dikke wang…

Ondertussen hebben we nog aan een gratis stadswandeling meegedaan, rondgewandeld en een paar musea bezocht waarvan het Museo de Arte Indigena wel het meest bijzonder was. Hier is heel veel geweven textiel te zien dat is gemaakt door de diverse culturen die in de regio van Sucre leven. Sommige doeken zijn al duizenden jaar oud. De informatie in het museum is goed en de geweven doeken die er hangen zijn van grote kwaliteit en kunstzinnigheid. Daarbij beelden deze doeken belangrijke gebeurtenissen uit van de cultuur uit de omliggende streek.

Speciaal is dat de vrouwen die dit maken niet kunnen lezen en schrijven, geen voorbeelden hebben die ze namaken, geen schetsen hebben maar dat alles vanuit het ‘blote hoofd’ gemaakt wordt. En dat met heel veel patronen en figuren die er in geweven worden. Hoe is het mogelijk? Deze vrouwen moeten wel bijzonder slim en getalenteerd zijn. Ook bezoeken we de zondagmarkt van Tarabuco.

Een beleving van kleuren is de traditionele kleding van de vrouwen. Ook van de mannen, waarvan een enkeling traditioneel gekleed is. We eten op het marktplein een soepje en in de namiddag een glas met verrukkelijke fruit. Daarna met het busje huiswaarts. De volgende dag wandelen we 3 uur bergafwaarts over een 3000 jaar oud geplaveid Inca Pad met wederom prachtige vergezichten van valleien die sporadische bewoond zijn. Een oud mannetje probeert ons nog een ticket te verkopen (we kunnen ons niet bedenken waarvoor) dus dat omzeilen we gewoon. Daarna weer huiswaarts in een gammele bus die vlak langs honderden meters diepe afgronden weer over de top moet rijden richting Sucre. Ja knap hoor hoe bedreven de buschauffeurs hier zijn.


  • 26 Juli 2022 - 11:22

    Schoonheidssalon Patty:

    Hi Marian en Mathieu,
    Wat leuk om jullie zo te kunnen volgen! Hopelijk gaat het snel beter met de pijn in Mathieu zijn mond en kunnen jullie nog heerlijk genieten van alle mooie plekjes en belevenissen!

    Groeten uit Leuth.
    Schoonheidssalon Patty

  • 27 Juli 2022 - 19:32

    Vincent Hooijman :

    Jullie krijgen op deze manier een mooie samenvatting van een onvergetelijke reis.
    Indrukwekkend wat je zo allemaal te zien krijgt en meemaakt.
    Nog veel reisplezier.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Bolivia, Sucre

Marian

Wij, Marian Hooijman en Mathieu de Bruijn, maken samen deze reis.

Actief sinds 25 Mei 2015
Verslag gelezen: 242
Totaal aantal bezoekers 25185

Voorgaande reizen:

01 Juni 2022 - 31 Augustus 2022

Zuid-Amerika

30 Mei 2015 - 08 Augustus 2015

Turkije, Georgië, Armenie, Nagorno-Karabakh

Landen bezocht: